Jaarstukken 2019

Financiële toelichting per programma

Leren, Participeren & Ondersteunen

Leren, Participeren & Ondersteunen

Bedrag x € 1.000,--

Taakveld

Bedrag verschil (€)

Voordelig of nadelig (V/N)

Toelichting

Baten of Lasten (B/L)

Incidenteel of structureel (I/S)

Onderwijs

29

V

Sportlocaties PO
De doorbelasting van het gebruik van de sportlocaties voor het primair onderwijs is in 2019 lager geweest dan geraamd.

L

I

90
90

N
V

Convenant VSV
Vanuit het Rijk worden via Rotterdam middelen ontvangen t.b.v. dit onderdeel. Deze middelen worden ingezet voor RMC-subregio ZHE en dienen achteraf verantwoord te worden. Het restantbedrag is overgeheveld naar 2020 en hierover zal in 2020 nadere advisering volgen over de besteding  hiervan in samenspraak met de overige gemeenten op Voorne-Putten en Goeree-Overflakkee.

B
L

I
I

152
95

N
V

Kwalifcatieplicht
Het betreft een Rijksuitkering die gemeente Nissewaard via gemeente Rotterdam voor de regio ZHE ontvangt. Het voordeel op deze doeluitkering wordt voorgesteld om over te hevelen naar 2020.

B
L

I
I

957
957

N
V

O.A.B.
Het betreft een geoormerkt budget welke enkel aan onderwijsachterstanden besteed kan worden. Einde looptijd wordt dit budget afgerekend met het Rijk. Jaarlijkse voordelen worden automatisch overgeheveld naar het volgende jaar.

B
L

I
I

589

V

Peuterspeelzaalwerk
Het budget peuterspeelzaalwerk kent een incidenteel voordeel op de lasten van € 589.000. De middelen voor  onderwijsachterstandenbeleid (OAB) zijn in 2019 op een nieuwe manier over de gemeenten verdeeld. Door deze herverdeling ontvangt de gemeente Nissewaard meer middelen voor OAB. In combinatie met een integralere beleidsmatige benadering wordt er financieel ook meer integraal naar de budgetten gekeken. Onderdelen die in 2018 vanuit het budget peuterspeelzaalwerk zijn gedekt, zijn in 2019 vanuit het budget OAB gedekt. In 2020 zal financieel gezien nog integraler naar de budgetten gekeken worden. Naar verwachting wordt het budget peuterspeelzaalwerk in 2020 wel volledig benut.

L

I

Thuis in de Wijk

708
88

V
V

Toekomstbestendig sociaal domein (SD)
Het voordeel op het budget toekomstbestendig sociaal domein is incidenteel. Het betreft het voormalig projectbudget Thuis in de Wijk. De niet bestede middelen in 2018 zijn volledig overgeheveld naar 2019. Hierdoor is in 2019 een budget geraamd van € 1,9 miljoen. Er is in 2019 een bedrag ad € 1,2 besteed aan diverse projecten met betrekking tot toekomst bestendig sociaal domein. Het voordeel op de baten heeft betrekking op een terugvordering van een subsidie. De niet bestede middelen zijn, via de reserve sociaal domein, overgeheveld naar 2020.

L
B

I
I

198

V

Ontwikkelbudget sociaal domein (SD)
Het voordeel op het ontwikkelbudget sociaal domein is incidenteel. Vanuit de niet bestede middelen in 2018 is een budget ad € 300.000 overgeheveld naar 2019. In 2019 zijn nog niet alle ‘ontwikkel’ projecten volledig uitgevoerd. De niet bestede middelen in 2019 zijn overgeheveld naar 2020.

L

I

994

N

Storting in de reserve SD
Het voordelig saldo op de budgetten van het sociaal domein binnen het thema Thuis in de Wijk wordt, volgens vastgesteld beleid, gestort in de reserve Sociaal Domein.

R

I

Maatwerk Jeugd

622
120

N
N

GR JR (SD)
Bij de Gemeenschappelijke Regeling Jeugdhulp Rijnmond (GR JR) is er per saldo een incidenteel nadeel op de lasten ad € 622.000. Dit nadeel bestaat uit de volgende onderdelen:
- Vooralsnog wordt uitgegaan van een totaal tekort op GR JR-niveau over 2019 van € 11 miljoen (concept jaarrekening GR JR 2019). Voor de gemeente Nissewaard leidt dit tot een totale extra bijdrage van € 857.785. Aangezien reeds een gedeelte in de begroting was opgenomen, bedraagt het nadeel op dit budget in de jaarrekening 2019 € 734.000.  
- De betaling van de doorschuif BTW GR JR 2019 geeft een nadeel van € 59.349. Hierbij gaat het om de niet declarabele BTW GR JR 2019. Deze doorschuif was niet begroot.                                   - Er is een voordeel bij de GR JR omdat de geplande uitgaven voor regionale transformatie ad € 171.000 nog niet hebben plaatsgevonden (wel begroot). Nissewaard heeft deze middelen ook niet ontvangen in 2019, dat wordt 2020.
Bij de GR JR is er per saldo een incidenteel nadeel op de baten van € 120.000. Dit nadeel bestaat uit:                                                                  - Een nadeel van € 171.000 omdat de regionale transformatiemiddelen wel begroot zijn voor 2019 maar niet in dat jaar zijn ontvangen. Deze gelden worden in 2020 ontvangen (zie ook het voordeel van 171.000 bij de lasten).                      - Er is een voordeel van € 51.000 als gevolg van nog te ontvangen creditnota’s Jeugd.

L
B

I
I

82

V

PGB Jeugdwet (SD)
Het budget PGB Jeugdwet kent een structureel voordeel op de lasten van € 82.000. In de eerste tussenrapportage 2019 is de begroting voor PGB Jeugdwet, o.b.v. de prognose van de Sociale Verzekerings Bank (SVB) voor 2018, aangepast. Het uitnuttingspercentage van de PGB’s over geheel 2019 is echter lager.

L

S

174

N

Jeugd met een Beperking (SD)
Het budget Jeugd met Beperking kent een incidenteel nadeel op de lasten van € 174.000. Dit budget bestaat uit diverse onderdelen, het nadeel is gelegen in:

  • Een aanvullende subsidieverlening aan Stichting Horizon voor Behandeling en Onderwijs eind 2019 die niet in de begroting was opgenomen.
  • Er is een overschrijding op de lokaal ingekochte jeugdproducten omdat cliënten langer in een zorgtraject zitten. Deze trend is ook zichtbaar in de specialistische jeugdhulp.
  • Er is een overschrijding op lokaal maatwerk. Gezien de aard van deze zorg is dit product lastig te prognosticeren.

L

I

59
101

V
V

JOT-bemensing (SD)
Het budget JOT-bemensing (jeugdondersteuningsteams) kent een incidenteel voordeel op de lasten van € 59.000. Dit voordeel is ontstaan doordat een aanbieder niet voldoende inzet in het JOT kon leveren.
Het budget JOT-bemensing kent een incidenteel voordeel op de baten van € 101.000. Dit voordeel is ontstaan doordat subsidies voor JOT-bemensing voor 2018 lager zijn vastgesteld dan oorspronkelijk verleend.

L
B

I
I

674

V

Onttrekking aan de reserve SD
Het nadelig saldo op de budgetten van het sociaal domein binnen het thema maatwerk Jeugd wordt, volgens vastgesteld beleid, onttrokken aan de reserve Sociaal Domein.

R

I

Maatwerk volwassenen

442

N

Groepsbegeleiding (SD)
Ten opzichte van de prognose in de 2e tussenrapportage is sprake geweest van een toename in het aantal cliënten en aantal gedeclareerde dagdelen. Eind augustus 2019 was sprake van gemiddeld 307 cliënten met een indicatie voor dagbesteding (in de afgelopen 3 maanden). Eind 2019 zijn dit er gemiddeld 316 geweest. Dit is een toename van gemiddeld 3%. Ook het aantal gedeclareerde dagdelen is toegenomen t.o.v. de eerdere prognose, namelijk een stijging van gemiddeld 7%.

L

S

189

N

Individuele Begeleiding (SD)
Ten opzichte van de prognose in de 2e tussenrapportage is sprake geweest van een toename in het aantal cliënten en aantal gedeclareerde uren. De stijging is met name te zien in het aantal cliënten met een indicatie voor individuele begeleiding specialistisch. Eind augustus 2019 was dit gemiddeld 236 t.o.v. gemiddeld 245 aan het einde van 2019. Dit is een toename van gemiddeld 4%. Ook het aantal gedeclareerde eenheden is met 4% toegenomen t.o.v. de prognose bij de  2e tussenrapportage.

L

S

556

N

Huishoudelijk Hulp (SD)
Vanwege de reële kostprijsberekening is het budget voor Huishoudelijke Hulp in 2019 verhoogd. Daarnaast is het budget voor 2019 verhoogd vanwege de verwachte aanzuigende werking als gevolg van het maximale tarief per voorziening (eigen bijdrage). De verhoging van het budget was gebaseerd op een toename van ongeveer 5%. Op basis van de gegevens tijdens de 2e tussenrapportage was nog niet voldoende informatie aanwezig om een juiste prognose te kunnen maken van de toename. Eind 2019 is te zien dat er een toename is in het aantal cliënten van gemiddeld 24% t.o.v. 2018. De stijging in het aantal gedeclareerde uren voor Huishoudelijk Hulp ligt daarentegen wel lager, namelijk gemiddeld 13% t.o.v. 2018.

L

S

92

N

Aanpassingen aan huis (SD)
Er is een zichtbare stijging in het aantal klanten met een indicatie voor een woonvoorziening. In 2019 bedroeg de stijging 14%. Verwachting is dat ouderen langer thuis blijven wonen en dat in de komende jaren een hoog beroep op dit budget gedaan blijft worden.

L

S

99

N

Hulpmiddelen (SD)
Het budget voor 2019 is verhoogd met ongeveer 5% vanwege de verwachte  aanzuigende werking als gevolg van het maximale tarief per voorziening (de eigen bijdrage). In de 2e tussenrapportage is de begroting bijgesteld omdat een zichtbare toename was in het aantal cliënten met een indicatie voor een rolstoelvoorziening of vervoersvoorziening (scootmobielen). Eind augustus is sprake geweest van gemiddeld 528 cliënten met een rolstoelvoorziening en gemiddeld 923 cliënten met een vervoersvoorziening. Deze toename heeft zich voorgezet in het 4e kwartaal. Eind 2019 zijn er gemiddeld 593 cliënten met een rolstoelvoorziening en gemiddeld 1.031 cliënten met een vervoersvoorziening. Een toename van gemiddeld 12% t.o.v. de prognose bij de 2e tussenrapportage.

L

S

54

V

PGB Huishoudelijk Hulp (SD)
Op basis van de budgetoverzichten van de SVB is de budget voor PGB huishoudelijke hulp bijgesteld. Hierbij werd uitgegaan van een uitnuttingspercentage van 90%. Het voordeel dat is ontstaan in de jaarrekening wordt verklaard doordat het uitputtingspercentage lager is dan eerder ingeschat. De prognose voor 2019 is een uitnuttingspercentage van 85%.

L

S

263

V

PGB Begeleiding (SD)
Het budget PGB begeleiding kent een structureel voordeel op de lasten van € 263.000. Het voordeel is grotendeels ontstaan doordat in de tweede tussenrapportage bij de prognose niet met het juiste aantal PGB’s begeleiding is gerekend. In deze rapportage is een onjuiste onderverdeling van het aantal cliënten gemaakt tussen PGB begeleiding en PGB beschermd wonen. In de jaarrekening is hierdoor een voordelig saldo ontstaan bij PGB begeleiding en een nadeel bij PGB beschermd wonen.

L

S

144

N

PGB Beschermd Wonen (SD CT)
Het budget PGB beschermd wonen kent een structureel nadeel op de lasten van € 144.000. Het nadeel is grotendeels ontstaan doordat in de tweede tussenrapportage 2019 bij de prognose niet met het juiste aantal PGB’s beschermd wonen is gerekend. In deze rapportage is een onjuiste onderverdeling van het aantal cliënten gemaakt tussen PGB begeleiding en PGB beschermd wonen. In de jaarrekening 2019 is hierdoor een nadelig saldo ontstaan bij PGB beschermd wonen en een voordeel bij PGB begeleiding.   

L

S

118

V

Huiselijk geweld (SD CT)
Het budget huiselijk geweld kent een incidenteel voordeel op de baten van € 118.000. Dit betreft de door de gemeenten Vlaardingen en Rotterdam betaalde bijdragen voor de regionaal projectleider ‘Geweld hoort nergens thuis’. Deze bijdragen waren niet begroot.

B

I

909
371

V
V

Beschermd wonen (SD CT)
Het budget beschermd wonen kent een incidenteel voordeel op de lasten van € 909.000. Dit voordeel bestaat uit de bij de septembercirculaire extra verkregen middelen voor beschermd wonen van circa 361.000 voor 2019. Deze middelen zijn nog niet besteed. Daarnaast is circa € 548.000 vooralsnog niet besteed.
Het budget beschermd wonen kent een incidenteel voordeel op de baten van € 371.000. Dit voordeel is ontstaan doordat subsidies voor beschermd wonen voor 2018 lager zijn vastgesteld dan oorspronkelijk verleend.

L
B

I
I

269

V

Eigen bijdrage beschermd wonen (SD CT)
Het budget ‘eigen bijdrage beschermd wonen’ kent een incidenteel voordeel op de baten van € 269.000. Dit voordeel is ontstaan doordat het CAK correcties op de eigen bijdragen voor beschermd wonen heeft uitgevoerd waardoor de prognose niet meer klopte.

B

I

204

N

Vrouwenopvang (SD  CT)
Het budget vrouwenopvang kent een incidenteel nadeel op de lasten van € 204.000. Dit nadeel wordt grotendeels verklaard door:
- Een achterstallige betaling aan Veilig Thuis RR over 2017 van € 110.000.
- Een aanvullende subsidieverlening 2019 aan Enver van € 68.000.

L

I

1.205

V

Onttrekking aan de reserve SD
Het nadelig saldo op de budgetten van het sociaal domein binnen het thema maatwerk Volwassenen wordt, volgens vastgesteld beleid, onttrokken aan de reserve Sociaal Domein.

R

I

1.436

N

Storting in de reserve SD CT
Het voordelig saldo op de budgetten van het sociaal domein centrumtaken (SD CT) binnen het thema maatwerk volwassenen wordt, volgens vastgesteld beleid, gestort in de reserve Sociaal Domein centrumtaken.

R

I

Werk & inkomen

647

V

Koersdocument VPW (SD)
In 2019 is extra geld beschikbaar gesteld voor maatregelen om het aantal bijstandsuitkeringen te laten dalen. Deze maatregelen staan beschreven in het koersdocument VPW. Van de beschikbare € 1.003.000 is € 646.000 niet uitgegeven. Hiervan is € 400.000 overgeheveld naar 2020. De lagere uitgaven komen vooral doordat besluitvorming over het koersdocument VPW maanden later dan verwacht heeft plaatsgevonden, waardoor ook de implementatie van de maatregelen later is gestart. Inmiddels is de implementatie vol aan de gang en daalt het aantal bijstandsuitkeringen sneller dan begroot.

L

I

388
140

V
N

BV Voorne Putten Werkt (SD)
Het voordeel op de lasten bestaat uit een saldo van 288.000 (ruimte voor afrekening 2019 met de BV VPW) en een saldo van 100.000 (doorbelasting personeel). In het budget is rekening gehouden met het verwachte tekort van 288.000 dat Nissewaard moet bijdragen aan het resultaat van de BV VPW. Het werkelijk resultaat van de BV VPW 2019 is nog niet bekend.
De salarislasten van de werkzaamheden met betrekking tot de BV VPW worden gefactureerd aan de BV VPW. Vanwege vacatureruimte is 140.000 minder gefactureerd dan begroot. Dit verklaart het nadeel op de baten. Tegenover dit nadeel staat een voordeel ad 100.000 op de lasten  

L
B

I
I

114

N

BUIG Pwet uitkeringen (SD)
Op de Pwet uitkeringen is een overschrijding van € 114.000. Bij de 2e tussenrapportage was reeds een nadeel van € 145.000 gemeld. Het nadeel bij de 2e turap had verband met een langzamere daling van het aantal uitkeringen in het eerste half jaar. Inmiddels is het aantal uitkeringen sterk gedaald en valt binnen het begrote aantal. Het huidige nadeel van € 114.000 wordt veroorzaakt doordat de gemiddelde prijs van de uitkering ongeveer € 50 hoger is dan waarmee is gerekend bij de begroting. De verwachting is dat de gemiddelde prijs van de uitkering in 2020 op dit niveau blijft en derhalve een structureel effect heeft.

L

S

171

V

Vangnetuitkering (SD)
De gemeente Nissewaard heeft op basis van de tekorten in 2018 op het budget van de participatiewet, recht op een vangnetuitkering van 171.000.

B

I

111
37

N
V

Uitkeringen BBZ (SD)
Op de lasten van de BBZ is een overschrijding van € 111.000. Dit wordt enerzijds veroorzaakt door hogere uitgaven aan BBZ uitkeringen (€ 63.000). Het aantal BBZ uitkeringen viel dit jaar met een gemiddelde van rond de 10 iets hoger uit. Anderzijds is er een nadeel van € 48.000 op de uitvoeringskosten BBZ. Doordat er meer personen waren met een BBZ aanvraag en/of advies moet er meer betaald worden aan uitvoeringskosten, want dit is namelijk gebaseerd op het werkelijk aantal uren dat gemaakt wordt voor BBZ cliënten uit Nissewaard.

Op de baten van de BBZ is een voordeel van € 37.000. Door de hogere uitgaven aan BBZ uitkeringen nemen de Rijksinkomsten ook toe (€ 70.000 hoger), doordat er sprake is van een 75% declaratieregeling. Oftewel 75% van de uitgaven aan uitkeringen wordt vergoed door het Rijk. Vanaf 2020 vervalt wel deze systematiek. Op de terugvorderingen is er een nadeel van € 33.000 door minder nieuwe ontstane vorderingen aan BBZ dan begroot.

L
B

I
I

178

V

Pwet terugontvangsten (SD)
Het aantal nieuwe vorderingen dat is ontstaan bedroeg € 178.000 hoger dan begroot. Dit komt vooral door een meer intensievere opsporing van fraude, waardoor een aantal grote terugvorderingen zijn ontstaan.

B

I

407

N

Dotatie voorziening (SD)
Aan de voorziening dubieuze debiteuren moet een bedrag van € 407.000 worden toegevoegd. Dit heeft meerdere oorzaken. Enerzijds is er gedurende 2019 meer dan de jaren ervoor vorderingen buiten invordering gesteld, waardoor de voorziening sterk afnam in 2019 omdat buiten invordering stellingen ten laste komen van de voorziening. Daarnaast staat van het openstaand debiteurensaldo nog relatief veel vorderingen open van 15 jaar of ouder. Deze worden als zeer dubieus gezien en hebben een hoog dubieus percentage van 85 tot 100%. Ten slotte zijn in 2019 meer vorderingen ontstaan waar nog weinig op is afgelost, waardoor het dubieus percentage van nieuwe vorderingen ook hoger is dan in voorgaande jaren.

L

I

66
65

V
V

Bijzondere bijstand (SD)
De lasten aan bijzondere bijstand zijn in 2019 fors lager uitgevallen. In de 2e tussenrapportage is reeds een voordeel gemeld van € 125.000 en bij de jaarrekening is nog een extra voordeel van € 66.000. Het grote voordeel komt vooral door minder uitgaven aan leningen voor huisraad. Dit heeft weer verband met de lagere taakstelling en het daarbij behorende lager aantal plaatsingen van statushouders.

Op de baten (terugvorderingen bijzondere bijstand) is een voordeel van € 65.000. In de 2e tussenrapportage was de begroting met € 175.000 verlaagd met de verwachting dat er minder vorderingen zouden ontstaan door minder leningen voor huisraad. Echter deze verlaging was te hoog ingeschat. Ten opzichte van 2018 zijn de nieuwe ontstane vorderingen wel met € 113.000 gedaald.

L
B

I
I

185

N

Voormalige Welplaat(SD)
Dit nadeel heeft betrekking op de afwikkeling van de gemaakte afspraken met betrekking tot de opheffing van de Welplaat. De afwikkeling van de panden, lening en de reserve zorgen per saldo voor een nadelig saldo in 2019 van 185.000 in programma 5.

B

I

594

N

Storting in de reserve SD
Het voordelig saldo op de budgetten van het sociaal domein binnen het thema werk en inkomen wordt, volgens vastgesteld beleid, gestort in de reserve Sociaal Domein.

Volks-gezondheid

156
40

V
V

Gezond in de stad
Nissewaard is GIDS-gemeente. Vanuit het Rijk ontvangt Nissewaard middelen die naar eigen inzicht in kunnen worden gezet om gezondheidsachterstanden te bestrijden en te voorkomen. In voorgaande jaren zijn initiatieven uitgekozen om financieel te ondersteunen. De activiteiten om uitvoering te geven aan deze initiatieven zijn veelal gestart, maar lopen door in 2020 en verder. De GIDS-middelen zijn overgeheveld naar 2020.

L
B

I
I

Deze pagina is gebouwd op 07/14/2020 13:02:46 met de export van 07/14/2020 12:58:50